Het was alsof ik thuis kwam.
Wat natuurlijk ook zo was, omdat ik in Suriname geboren ben. Ik ben wel van Nederlandse ouders, maar mijn eerste kinderjaren heb ik daar op blote voeten doorgebracht. Ik weet er nog weinig vanaf, maar ik weet wel mijn eerste winter in Nederland. Ik werd door mijn oma ingepakt als een pop met ontzettend veel kleren aan en werd buiten in de sneeuw gezet, dus blerren totdat ik weer binnen mocht.
Maar goed, ik ben in 1974 met mijn ouders terug geweest en was helemaal enthousiast, maar mijn leven bracht mij naar Afrika en toen weer terug naar Nederland met mijn man. Ik wilde graag op vakantie en nu eens naar Suriname in plaats van naar Zimbabwe, waar het leven heel hard geworden is.
En ja hoor, ik kwam weer thuis. We zaten in het gasthuis Albergo-Alberga in de Lima Po Straat met vriendelijk personeel en leuke toeristen. Door de stad gelopen en de Kathedraal bewonderd die helemaal is opgeknapt. De Synagoge vlak naast de Moskee (kan alleen maar in Suriname), de Hindoe tempels en de vele Protestantse kerken.
Fort Zeelandia met het standbeeld van een jonge koningin Wilhelmina.
Het Onafhankelijkheidsplein met monumentale gebouwen, goed onderhouden. De winkelstraten met namen zoals Jodenbreestraat, heel vreemd om te zien. Een winkel met meer dan duizend sandalen en slippers.
Verder de Plantage toer met Cynthia McLeod was geweldig, wat kan deze interessante dame praten en met veel kennis en humor. De hele boot hing aan haar lippen. Haar boeken zijn zeker aan te raden.
De dagtocht naar de Vlindertuin en White Beach was leuk.
De tweedaagse tocht naar Nieuw Nickerie en langs de rijstvelden met een geweldige gids genaamd Cor. De tocht over Bigi Pan, een reservaat vol met watervogels. Zonsondergang aan de Corentijne rivier met aan de overkant Guyana, wat vroeger Brits is geweest.
Stoppen in Totness Coronie voor lunch bij Francisca met heerlijk simpel eten. Bruine bonen met rijst of bami.
Later een overtocht vanaf de steiger in Leonsberg (waar ik ooit gewoond heb) met een korjaal naar Nieuw Amsterdam en de bootsman gaf een rondleiding door het Fort. Nog de dolfijnen gezien in de monding van de Commewijne – Suriname rivieren en door naar Margareth plantage om daar door te gaan om kaaimannen te spotten. Terug in een boot dwars over de wijde riviermonding naar Leonsberg onder een heldere sterrenhemel. Wat een leven.
En nog voor twee dagen naar Galibi geweest, over een zeer slechte weg naar Albina, de grensplaats aan de Marowijne rivier en aan de overkant Frans Guyana. Daar nog een plastic regenjas gekocht want de tocht naar Galibi zou erg nat zijn. Dat hebben we geweten en zaten samen onder de jas om het buiswater te ontwijken en waren toch nog kletsnat geworden maar je droogt weer zo op.
Het Indianendorp met de gieren en de kleine dierentuin waar ik een anaconda slang om mijn nek heb gehad en een gordeldier in mijn hand en een aapje op mijn schouder. Geweldig. Na het diner gingen we met zaklantaarns in de boot en zoeken naar schildpad sporen. We hadden geluk en zagen een groene schildpad haar eieren leggen. Zonder flits mochten we foto’s maken en we hebben gewacht totdat ze het nest had dicht gegooid en volgende haar totdat ze onder de golven verdween. En dan te bedenken dat dit al zeker meer dan 70 miljoen jaar zo gebeurd. En weer onder een heldere sterrenhemel waar Orion hoog boven ons stond. Een tijd om even na te denken hoe kort een leven eigenlijk is als je een blik werpt in het heelal en aan je voeten de Atlantische oceaan waar net een zeeschildpad in verdwenen is die zeker zo’n 70 jaar oud zal zijn. En ze zal over 3 jaar weer terugkeren. Hoe ze dit strand terug vindt is voor mij een raadsel.
Een soort eeuwige cirkel van het leven, als we het niet verstoren.
De volgende dag nog naar de overkant en aangelegd in San Laurent in Frans Guyana, de plaats waar vanaf 1845 tot en met 1949 60.000 Fransen zijn gedeporteerd. De gevangenis is er nog en wordt opgeknapt. Iedereen spreekt daar dus Frans en betalen in Euro’s.
Terug naar Paramaribo en naar de Waterkant, waar we de meeste avonden doorbrachten. Daar leuke mensen ontmoet en heerlijke Djogos Parbo bier gedronken en gedeeld. Om 8 uur arriveerden 3 zusjes die heerlijk eten verkochten. Soato soep en rijst met Ptijil (groenten) + een bakanana was ongeveer mijn dagelijkse kost. En dan die vrolijke muziek die over de Suriname rivier schalde. En de party bussen die ieder uur langs kwamen met feestende mensen, niet te vergeten.
De laatste avond daar afscheid genomen van alle mensen die we hebben leren kennen en we moesten snel terug komen.
Als ik vertelde dat ik daar geboren was werd er meteen gezegd: “Nou, dan bent u een van ons”. En waarom! Omdat mijn navelstreng daar begraven ligt.
Drieëntwintig dagen en we hebben alleen nog maar de kuststrook gezien. De volgende keer wordt het dus het binnenland in.
En de verhalen om te gaan met een bus en dan met een korjaal trekt mij heel erg aan.
Suriname is een heerlijk land met leuke mensen en lekker eten.
En de warmte….die valt best mee, gewoon langzamer lopen.
Door: Alice
Algarve, Portugal
Wat een bijzonder verhaal, Alice! Deze Suriname vakantie had wel een extra bijzonder tintje, doordat je er geboren bent! Zo te lezen heb je je helemaal ondergedompeld in de Surinaamse samenleving!
Voor je volgende vakantie in Suriname kan ik een reis naar het binnenland zeker aanbevelen. Dat is weer een hele andere kant van Suriname die je ongetwijfeld zal verrassen.
Ja Gerard, het was heel bijzonder. Ik ben in 1974 naar Stoelmans eiland geweest en de Tapanahony rivier op in een korjaal.
Ook nog de Marowijne (Lawa?) rivier op waar de buitenboord motor het begaf.
We eindigden aan de Franse kant in een Marron dorp en hebben daar gewacht op een nieuwe motor. (er moet een bush telegraaf zijn want mobiele telefoons bestonden niet)
Het hele dorp liep uit en een paar meisjes begonnen mijn haar te vlechten. Die vakantie was kort maar krachtig en veel gezien.
Deze vakantie wilde ik eerst Paramaribo goed leren kennen en vertrouwd worden met de stad. Zoals ontbijten halen in “Klein maar Fijn” winkeltje waar iedereen een broodje kwam halen. De locals begroeten ons al omdat we er nog waren na een week.
En dan de hele kuststrook waar de meeste mensen wonen en waar bedrijven staan. Vandaar dat de volgende keer het binnenland het doel wordt. En misschien emigreren we wel naar Suriname, een land om oud te worden omdat het ritme langzaam is. “Where time goes by.”
De party bus:
http://www.youtube.com/watch?v=BD_UGFjXSks
Ik vind het een leuk verhaal die ik bij mezelf ook herken. Ben geboren en getogen in Suriname en later geëmigreerd naar Nederland.Ben een smeltkroes van chinees,javaans en duitse voorouder. Ik merk wel dat de tijd en ouderdom hier sneller voorbij raast dan in Suriname. De rust en welzijn is in de tropen beter te vinden dan in het drukke westen.De luchtvochtigheid en warmte is goed. In Suriname hoeven we nooit dikke jassen aan te trekken en het weer is grotendeels ook zeer aangenaam. Het is wel leuk als men daar zuinig met de natuur omgaat en de flora en fauna ook goed beschermt tegen multinationals. Kortom, de kwaliteit van het leven en het weer is goed. Alleen nog de economie moet verder ontwikkeld worden.
Suriname is als malaria. Soms is het weg en soms komt het weer. Maar het gaat nooit helemaal uit je bloed.
(Vrij naar Albert Helman)
Na een half uurtje rijden komen we aan in Stoneiland. Een schiereiland aan het stuwmeer met vele barrakken en hutten om te overnachten. Harvey had ook voor ons een hut geregeld. Aangezien het al donker is kunnen we niet veel meer verkennen. We zetten ons neer en genieten van een koude djogo. Harvey is ondertussen weer in actie geschoten en is bezig met het maken van eten. Ondanks ons aandringen om even neer te zitten bij ons maakt hij weer een hele maaltijd. ’s Avonds genieten we van de heerlijke temperaturen en heldere sterrenhemel en kruipen toch op tijd in bed want morgen is het hier naar het schijnt een mooie zonsondergang waar we toch graag bij willen zijn. Slaapwel!