Galibi Suriname
Een van de mooiste en meest bijzondere gebieden in Suriname is het natuurreservaat Galibi, vlakbij de grens met Frans-Guyana.
In Galibi kun je een van de meest bijzondere fenomenen uit de Surinaamse natuur waarnemen: je hebt er een grote kans om met je eigen ogen enorme zeeschildpadden te ontmoeten, die de stranden van Galibi tussen februari en begin augustus bezoeken om er grote aantallen eieren te begraven in het zand. Daarnaast kun je in Galibi kennis maken met de Inheemse cultuur.
Galibi ligt aan de monding van de Marowijnerivier in het noordoosten van Suriname. In het gebied liggen twee Inheemse dorpen, Christiaankondre en Langamankondre (kondre betekent dorp in Sranantongo).
Beide, langgerekte Inheemse dorpen liggen langs de oever van de Marowijne. In de dorpen krijg je een goede indruk van het leven in zo’n dorp. Aan het hoofd ervan dorp staat een kapitein. De meeste inwoners zijn vissers en landbouwers. De landbouwers zijn vooral de vrouwen, die op de kostgrondjes in het nabijgelegen oerwoud met name cassave verbouwen.
In Christiaankondre is er gelegenheid voor toeristen om te overnachten in een eenvoudige hut. Er is ook een kleine dierentuin (niet te vergelijken met Paramaribo Zoo), waar vooral enkele “wilde” dieren te zien (en te voelen!) zijn. Sta er niet raar van te kijken als je ineens een aap op je hoofd of een slang om je nek hebt hangen (die slang wel met jouw toestemming uiteraard…)!
Het eigenlijke natuurreservaat Galibi ligt ten noorden van de dorpen en is alleen over water bereikbaar. Je kunt je er door een gids naartoe laten varen, een tochtje van 1 á 2 uur. Het natuurreservaat is zo’n 4000 hectare groot en bestaat uit bossen en kustgebied.
De kust bij Galibi is uniek in Suriname: het is een van de weinige plekken met natuurlijke witte zandstranden. Voor je echter je zwemkleding tevoorschijn tovert: de meeste stranden zijn beschermde natuurgebieden, vanwege het feit dat de stranden zeer belangrijk zijn voor zeeschildpadden. Deze bijzondere bezoekers zijn een trip naar Galibi echter meer dan waard.
Hoewel Galibi ook zonder zeeschildpadden mooi is, komen de meeste bezoekers toch tijdens het seizoen dat de zeeschildpadden aan land komen. Deze unieke zeedieren leven normaal gesproken onder water en komen van ver om in Suriname op het droge hun eieren te leggen. Sommigen komen helemaal vanaf de Afrikaanse of Braziliaanse kust naar Galibi.
In het donker wagen de enorme dieren zich op het strand, waar ze zich enigszins klungelig bewegen. Ze graven er een kuil waarin ze een enorme hoeveelheid eieren leggen (tot wel 150!). Zodra de schildpadden eenmaal begonnen zijn met het leggen van de eieren raken ze in een soort trance.
Voor de zeeschildpadden is hun reis naar het Surinaamse strand levensgevaarlijk: voor de kust zwemmen regelmatig haaien op zoek naar een lekker hapje. Ook de kleine zeeschildpadjes die uit de eieren komen zijn hun leven niet zeker. Maar een heel klein deel overleefd de reis naar de zee, waarin ze worden geplaagd door allerlei roofdieren als krabben, gieren en roofvissen.
Een tocht naar de zeeschildpadden van Galibi vindt altijd in het donker plaats onder leiding van een ervaren gids. Je hebt nooit de garantie dat je ook daadwerkelijk zeeschildpadden zult tegenkomen, maar de kans erop is tussen februari en augustus wel behoorlijk groot.
Om Galibi te bereiken zul je vanaf Paramaribo eerst naar de oostelijk gelegen stad Albina moeten rijden. Dit kan met eigen vervoer, maar je kunt ook met het openbaar vervoer. De weg naar Albina is niet altijd in even goede staat, dus bereid je voor om soms door elkaar geschud te worden.
Vanaf Albina kun je met de boot naar Christiaankondre of Langamankondre varen. De inwoners van die dorpen willen niet graag een autoweg naar Galibi, omdat dat de rust ernstig zou verstoren.
Als je ‘s avonds op een donker Surinaams strand oog in oog staat met een enorme zeeschildpad zul je de lange reis al snel zijn vergeten!